afb.
Antonius Bernardus (Antoon) Boelens, kleermaker, 'kleederkooper', beddenhandelaar en winkelier in confectie, geboren te 's-Hertogenbosch op 8 juni 1847, wonende en overleden aldaar op 22 augustus 1896, zoon van Joannes Jacobus Boelens en Joanna Consent. Antoon is getrouwd te 's-Hertogenbosch op 12 januari 1876 met Catharina (Cato) Rek, dienstbode en winkelierster, geboren aldaar op 14 december 1849 en overleden aldaar op 21 april 1917, dochter van Antonius Cornelius Rek en Adriana Stulemeyer (ook: Stoelemeyer). Getuigen bij de aangifte van de geboorte waren: Jacobus Henricus Lambooy, barbier, 52 jaar en Johannes Wahlen, zadelmakersknecht, 53 jaar, bekenden van zijn vader.1 Antoon is vrijgesteld van militaire dienst wegens broederdienst.2 1871: Eerste vermelding als 'meester kleermaker' en 'winkel in bedden', Minderbroedersstraat wijk B nr. 378.3 Het was alleen nog het adres van zijn zaak. Voor de eerste aktiviteiten van Antoon en zijn vestiging in de Minderbroedersstraat, zie de tekst bij zijn ouders Joannes Jacobus Boelens en Joanna Consent vanaf 1863. Met 'bedden' werden matrassen bedoeld. Heel lang stond de Minderbroedersstraat bekend als het 'beddenstraatje' omdat er veel handelaren uit deze branche gevestigd waren. Omstreeks 1750 waren er in die straat niet minder dan 16 winkels van 'ouwe cleercoopers', bedden- of lakenhandelaars.4 De bijnaam van de straat bleef in de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw nog duidelijk van toepassing. Op hetzelfde adres wordt in 1869 een Willem Kivits, kleermaker, vermeld. Deze biedt in 1875 nog mee als het pand in de verkoop komt. Werkte Antoon in het begin samen met deze andere kleermaker? In ieder geval werd het pand gedurende deze eerste jaren gehuurd. Hij woonde er nog niet want op 3 juni 1872 treffen we hem nog aan op het adres van zijn moeder.5 In 1875 koopt zijn moeder het pand in de Minderbroedersstraat met twee woningen erachter uit de nalatenschap van de eigenaar Cikot. Het heette 'De Trouw'.6 Ruim 80 jaar woont deze Boelens-tak op dit adres. De oudste zoon van Antoon en Cato zou er later zijn ouders opvolgen. Het pand stond op de hoek van de Minderbroedersstraat en de Doode Nieuwstraat, vanuit de Minderbroedersstraat gezien rechts. Op de hoek van de Minderbroedersstraat en de Pensmarkt staat sinds medio zestiger jaren van de 20e eeuw een groot grijs betonnen gebouw, waar jarenlang Vroom & Dreesmann gevestigd was. Het beslaat de hele hoek en reikt aan de achterzijde tot aan de Doode Nieuwstraat. Wil men zich een voorstelling maken van de situatie in de 19e eeuw dan moet men het geheel in gedachten opnieuw aankleden met gewone panden, zowel aan de kant van de Pensmarkt als over de volle lengte van het blok in de Minderbroedersstraat. Als je vanaf de Pensmarkt de Minderbroedersstraat in ging, dan telde je aan de rechterzijde tot aan de hoek met de Doode Nieuwstraat acht panden, waarvan dat van Boelens dus het laatste was. Een tweede grote verandering betreft het huidige Minderbroederspleintje, voorbij de hoek. Dit pleintje is pas in 1990 aangelegd. Tot die tijd liep de rooilijn van de panden in de Minderbroedersstraat gewoon door. De straat bleef even breed tot het eind, waar hij uitkomt in de Snellestraat. In dit tweede deel stonden aan de rechterzijde nog eens zeven panden.7 De huidige linkerzijde van de Minderbroedersstraat geeft - hoewel zich daar ook de nodige wijzigingen hebben voorgedaan - nog enigszins een idee van hoe de rechterzijde er vroeger uitzag. Achter het pand van Boelens lag, met de voordeur in de Doode Nieuwstraat, een huis naast een steegje, dat naar een binnenplaatsje achter de winkel van Antoon leidde. Aan de binnenplaats stonden nog twee woningen, die ook eigendom van Boelens waren. De naam van de straat verwijst naar het grote Minderbroedersklooster dat in de Middeleeuwen hier gestaan heeft. Toen Frederik Hendrik in 1629 's-Hertogenbosch veroverd had op de Spanjaarden werd het katholieke geloof verboden en moesten de monniken weg. Kort daarna is het klooster gesloopt. Van het sloopmateriaal zijn huizen gebouwd en de Minderbroedersstraat en de Doode Nieuwstraat zijn toen aangelegd.8 Dit klopt ook met de familie-overlevering: De hele vloer in de winkel bestond uit grote stenen met grafteksten erop 'net als in de St. Jan'. Antoon trouwde met Cato Rek, een zuster van Marie Rek die met zijn broer Christ Boelens getrouwd was. Op hun huwelijksdag gingen zij in een koets voortgetrokken door vier paarden naar de kerk. Zijn broers Bernard en Tijs Boelens - (ex-)koetsiers - zullen hiervoor gezorgd hebben. Getuigen bij het huwelijk waren: Gerardus Francken, bewaarder in de gevangenis, 40 jaar, aangetrouwde neef van de bruid, Christiaan Boelens, pettenmaker, 45 jaar, Bernardus Boelens, tapper, 46 jaar, broers van de bruidegom, en Wilhelmus Cornelis Rek, boekbinder, 34 jaar, broer van de bruid. Naast kleermaker en winkelier in bedden wordt Antoon ook 'kleederkooper' genoemd.9 Veel kleermakers verkochten ook kant en klare kleding, door hen zelf gemaakt. Ook handelden zij in tweedehands kleding. Antoon zal ook een markthandel gehad hebben. Tot en met 1894 blijft hij in de adresboeken voorkomen als winkelier in bedden (=matrassen). Achter de winkel, die maar klein was, was de woonkamer, daarachter lag een slaapkamer. Langs de slaapkamer liep een gangetje naar de keuken, die grensde aan het binnenplaatsje. Als je die plaats overstak, kon je via een stenen trap naar boven. Daar lag nog een slaapkamer en daarboven een grote zolder, die gebruikt werd als magazijn voor de grote kisten met veren, kapok en voor de tijk. Het andere woninkje aan de binnenplaats is lange tijd verhuurd geweest. 1878, 22 juni: Samen met zijn zuster Maria Magdalena Ida (Anna) Boelens koopt Antoon voor 6000 het pand in de Minderbroedersstraat met de bijbehorende woningen van hun moeder. Moeder legateert aan haar zoon Antoon al haar marktkramen, waar die zich ook bevinden en aan Antoon en Anna samen 'al de haar toebehorende koopmansschappen en winkelgoederen die zich op haar overlijden bevinden in het huis door haar zoon bewoond in de Minderbroedersstraat te Den Bosch, onder verplichting om daarvoor te zamen binnen een maand na haar overlijden de som van 800 in haar boedel in te brengen'. 1884, 20 maart: Antoon koopt voor 2750 van zijn zwager Frans Meijers (gehuwd met Maria Magdalena Ida Boelens) hun helft van het pand en heeft het nu dus volledig aan zichzelf. 1888, 6 november: Op de veiling van het onroerend goed uit de nalatenschap van zijn broer Christ Boelens koopt Antoon diens buitenhuis aan de Taalstraat ('Rijksweg') in Vught. In 1894 verkoopt hij het aan Johannes van Bergen, administrateur van het Gesticht Voorburg, uit Vught.10 Schoonmoeder Adriana Rek-Stoelemeyer, woont rond 1890 naast haar dochter en schoonzoon op nr. 412A. Bij haar woonden haar andere dochter Marie Boelens-Rek met haar dochters, dus het was een hele familie-aangelegenheid. 1890, 18 juni: Antoon Boelens, 'koopman in gemaakte kleederen' koopt voor 3925 een winkelhuis met bovenwoning, gelegen in de Doode Nieuwstraat wijk B nummer 410. Toonbank en winkelopstand worden voorbehouden. De verkoopster is Anna Maria van Es, weduwe van Adrianus van der Linden.11 Het pand heette 'Het Roode Kruis'. Het lag direct achter het pand van Boelens en had de voordeur aan de Doode Nieuwstraat; ze hadden nu dus echt de hele hoek.12 Waarschijnlijk werd de benedenverdieping ingericht als magazijn en een deel voor stalling van paard en wagen, in ieder geval was dit in de tijd dat zoon Antoon jr. er woonde het geval. Het 'koopman in gemaakte kleederen' laat zien dat hij overgegaan was op de verkoop van confectie. De confectie-industrie kwam pas aan het eind van de 19e eeuw goed op gang. Voorheen liet men kleding maken bij een kleermaker of er werd tweedehands kleding gekocht. Hij was een van de eersten in de stad met een confectiezaak. Er werd uitsluitend herenkleding verkocht. Antoon deed grote zaken met de landelijk bekende confectiefabriek Kattenburg in Amsterdam. Volgens de overlevering zou hij zelfs mede-eigenaar van dit bedrijf geweest zijn. Hij stuurde zijn oudste zoon, ook Antoon geheten, naar Amsterdam om bij Kattenburg 'in de leer' te gaan. Het eerste grote winkelbedrijf in herenkleding in Den Bosch werd in 1891 gevestigd door Gerard Kreymborg uit Lohne (Westfalen) aan de Schapenmarkt.13 Kort voor zijn overlijden moet Antoon Boelens Kreymborg 'mondeling' gekocht hebben. Door zijn vroegtijdige dood heeft zijn weduwe deze koop ongedaan kunnen maken en liet men het plan varen. De oudste zoon en opvolger in de zaak was pas 18 jaar oud. In deze jaren '90 hebben een tijdlang nog twee andere familieleden bij hun oom en tante gewoond. Het waren Christ Jansen, een zoon van Antoons zuster Maria Clara Johanna Jansen-Boelens. Hij werkte er als winkelbediende en kleermaker, later staat hij te boek als koopman. Omdat Antoons eigen kinderen nog zo jong waren, kon hij deze extra kracht goed gebruiken. Christ Jansen begint later zelf een textielzaak. Zijn vrouw Sien is ook nog dienstbode bij Boelens geweest. Het andere familielid was Cato Boelens, die op 17-jarige leeftijd wees geworden was. Zij was een dochter van Christ en Marie Boelens-Rek.14 1895, 30 maart: Schuldbekentenis groot 1500 met onderzetting door Petrus Franciscus Catharina van Dijk uit Den Bosch t.b.v. Antoon Boelens. Antoon leende geld uit en Van Dijk bracht onroerend goed in als onderpand.15 1896, 15 augustus: Uiterste wil van Antonius Bernardus Boelens. Hij benoemt tot zijn enige en algemene erfgename zijn echtgenote Catharina Rek, 'en zulks van alles waarover de wet mij tijdens mijn overlijden de vrije beschikking zal geven'. Het testament is bij hem thuis opgemaakt. Wegens ziekte was hij verhinderd te tekenen.16 1896, 17 november: Boedelbeschrijving van de algehele boedel van Antoon en Cato, na het overlijden van Antoon. Het betreft alleen een vaststelling van wat er is, er wordt nog niet tot verdeling overgegaan. Zijn broer Tijs, koopman, wonende te Rotterdam, is toeziend voogd over de kinderen, die allen nog minderjarig zijn. Cato Boelens-Rek treedt op voor zichzelf en als moeder-voogdes. De beschrijving geschiedt in het huis aan de Minderbroedersstraat B411.
Inventaris: voorraad winkelgoederen 2249, stoelen 5, tafels 3, lamp 1, kanapι 5, kast 20, ornamenten, glas en aardewerk 10, voorwerpen van goud en zilver 30, bedden met toebehooren 50, keukengereedschap 10, linnengoed 40, verschillende kleine huishoudelijke voorwerpen, glas en aardewerk 25, kleederen en verder lijfstoebehooren 30, Totale waarde van de inboedel: 2478
Het totale netto vermogen van dit echtpaar had een waarde van rond de 45.000! Dit was een heel groot kapitaal in 1896. Toen ik met zijn kleindochters sprak viel het me op hoe vaak zij de termen 'groot zakenman' en 'schatrijk' gebruikten voor hun grootvader.17 De twee panden worden genoemd, zonder een waardevermelding. Er zijn heel veel effecten, zoals pandbrieven, obligaties e.d. voor een totaal van 24.500. Vorderingen met hypotheek, ten laste van: zwager Johannes Wilhelmus Jansen 2400, (schoon)zuster Marie Boelens-Rek 5000 ( 250 afgelost), Gerardus Cunen, winkelier te Oss 1500 ( 500 afgelost), Johannes van Zon, koopman, en Nikolasina Kuijte, weduwe van Antoon van Zon, beiden te Oss: 3000, Petrus Franciscus Catharina van Dijk, koopman te Den Bosch 1500, Andere vorderingen: Geleend geld aan Antonius Leonardus van Tielraden, een Bossche koopman 800, aan Driessen te 's-Bosch 300. Vorderingen op verrschillende personen wegens leveranties ongeveer 1000; contant geld: 300, Schulden aan verschillende personen: 3000. De begrafeniskosten zijn al betaald. De vordering op Tielraden is hoogstens 100 waard en die op Driessen hoogstens 50. Cato Boelens-Rek was een 'dametje' en niet geschikt om de zaak alleen voort te zetten, bovendien bleef ze met een stel kleine kinderen achter. De oudste zoon Antoon jr. moest zijn leerschool bij Kattenburg in Amsterdam afbreken en naar Den Bosch terugkeren. 1898, 4 oktober: Cato leent, mede namens haar kinderen, 2000 aan Constantinus Wilhelmus Alexander Maria Keijzer, koopman in Den Bosch, tegen 4% per jaar. Als zekerheidstelling verleent hij hypotheek op twee huizen in de stad, die hij in eigendom heeft.18 1898, 17 november: Zij leent 1000 tegen 4% aan Adrianus Hubertus Goossens, zonder beroep, uit Den Bosch. Als zekerheidstelling verleent hij hypotheek op een perceel bouwland in Drunen, groot 33 aren, 50 centiaren en op 3 huizen, schuren en erven, ook in Drunen, tezamen groot 3 aren, 92 centiaren.19 1899, 25 november: Aangetrouwde neef Hein Driessen leent 10.000 van haar tegen 4%. In 1907 nog eens 5000. Hij was een schoonzoon van Christiaan Boelens. 1902, 3 april: Cato vraagt toestemming 'tot het maken van een uitlossing naar het hoofdriool der gemeente voor het huis wijk B no. 409'. De vergunning wordt verleend. Ze moet 1.80 aansluitkosten betalen.20 Het zal hier om het bovenhuis van het pand in de Doode Nieuwstraat gaan (nr. 410). Dit pand werd helemaal opgeknapt en verbouwd, in het kadaster is sprake van 'redressage', het huis krijgt ook een nieuw kadaster-nummer.21 Zou ιιn van de twee woninkjes op de binnenplaats er bij getrokken zijn? Waarschijnlijk werden deze voorzieningen getroffen in verband met het a.s. huwelijk van de oudste zoon, er moest extra woonruimte komen. 1903, 9 oktober: Testament van Cato Boelens-Rek. Zij legateert aan haar zoon Antoon het pand in de Minderbroedersstraat, dat door hem wordt bewoond. Hij moet dan binnen 6 maanden na haar overlijden een som van 6000 in haar nalatenschap inbrengen. Dit is de enige bepaling in het testament.22 1903, 15 december: Cato koopt voor haar vier andere kinderen van aangetrouwde neef Willem Claessen, aannemer, schoonzoon van Christiaan Boelens, een perceel bouwterrein in Den Bosch aan het Zuiderfront. Ze betalen 1112 voor de grond en laten Claessen er vijf huizen bouwen.23 Het is in de nieuwe wijk Lombok in 'Het Zand'. Na het huwelijk van zoon Antoon in 1903 verhuist Cato met haar dochters Marie en Wies en haar zoon Jo naar het achterliggende pand in de Doode Nieuwstraat. Vervolgens woont ze nog in de Orthenstraat wijk C nr. 425a. Dit is het achterhuis van haar nicht Anna Claessen-Boelens (dochter van Christiaan). Daarna volgen Brugstraat wijk H nr. 218 en Verwersstraat, wijk A nr. 346. Ze heeft ook nog gewoond: Hooge Steenweg 19, Doode Nieuwstraat 33 en Ridderstraat 7.24 1909, 13 augustus: Cato treedt op voor haarzelf en als voogdes over haar minderjarige zoon Jo, verder verschijnt schoonzoon Fons Verhoeven die optreedt namens zijn echtgenote Louise Boelens en als gevolmachtigde van zijn zwagers Antoon Boelens jr. en Willem Dirriwachter. Zij verkopen de huizen en erven in de wijk Lombok, kadastraal bekend sectie I nrs. 827, 828, 829, 830 en 831, samen groot twee are 78 centiaren. Verkoopprijs 11.950. Koper wordt Henricus Alphonsus Maria van Roosmalen, zonder beroep, wonend in Den Bosch. De grond was oorspronkelijk alleen van Marie, Harrie, Wies en Jo Boelens, maar omdat Harrie inmiddels was overleden, en als erfgenamen achterliet zijn moeder en zijn broers en zusters, treden Cato en haar zoon Antoon nu mede op als verkopers.25 1909, 31 augustus: Boedelscheiding van de nalatenschap van wijlen Antonius Bernardus Boelens tussen zijn weduwe en zijn kinderen. Er waren nog maar vier kinderen over, want na het overlijden van Antoon in 1896 waren zijn kinderen Anna en Harrie ook overleden. De in de boedelbeschrijving genoemde effecten zijn allemaal verkocht en de hypothecaire geldleningen zijn afgelost tot een bedrag van 12.650. Met het vrijgekomen geld zijn de huizen op Lombok gekocht, die inmiddels weer verkocht zijn. Verder loopt er nog een hypothecaire geldlening aan Hein Driessen, groot 5000. Alle in de inventaris genoemde vorderingen zijn afgelost tot een bedrag van 2400. Het pand in de Minderbroedersstraat is getaxeerd op 5750 en dat in de Doode Nieuwstraat op 3500. Totaal is er aan vermogen: 47.769.25, waarvan de helft tot de nalatenschap van de erflater Antoon behoort, zijnde 23.884.62 en een halve cent. Begrafeniskosten 350. Resteert: 23.534.62 ½. De minderjarige zoon Jo erft de hypothecaire geldlening aan Hein Driessen. Antoon jr. erft het onroerend goed. Hij en ook Jo zijn overbedeeld en moeten bijbetalen. De dochters Wies en Marie krijgen ieder 4017.42 ½ in contanten. Antoon jr. moet zijn moeder 9232.57 ½ betalen. Dit bedrag wordt pas opeisbaar na haar overlijden. Antoon gaat haar jaarlijks 4 ½ % rente te betalen. Als zekerheidstelling brengt hij het onroerend goed in.26 1911, 26 juni: Testament van Catharina Rek: 'Ik herroep alle testamenten vroeger door mij gemaakt. Ik legateer aan mijne bij mijn overlijden in leven zijnde dochters en schoondochters, voor gelijke deelen, de bij mijn overlijden vervallende levensverzekering. Ik verlang te worden begraven volgens de tweede klasse, rijtuigen eerste klasse, boven het graf van mijn man'.27 1912, 2 mei: Weer een testament van Cato. Het bevat dezelfde bepalingen als het vorige. Verder blijkt dat zij bedragen heeft geschonken aan haar dochter en schoonzoon Willem en Marie Dirriwachter-Boelens. Zij waren in gemeenschap van goederen getrouwd, de helft is dus aan Marie geschonken. Het betreft de volgende flinke uitkeringen: 7000 in 1907, 1600 in 1908 en 2500 in 1909, dit laatste bedrag ter aflossing van 'eene gemeenschapsschuld ten behoeve van den Heer Engbersen te Utrecht'. Dit zal te maken hebben met het faillissement van Willem en Marie in Utrecht. De helft van deze bedragen moet later door hen worden ingebracht in haar nalatenschap. 'In ieder geval verlang ik, dat mijne genoemde dochter Maria Anna Christina Boelens, uit mijne nalatenschap niet meer zal bekomen dan haar wettelijk erfdeel bedraagt'. Verder bepaalt Cato nog dat gedurende twee jaar na haar overlijden, eens per maand, een H. Mis voor haar zieleheil en dat van haar overleden echtgenoot zal moeten worden gelezen.28 In twee jaar tijd geeft ze dus 11.100 aan haar dochter en schoonzoon! Uit de overlevering is bekend dat hiervan nooit iets is teruggekomen. In 1913 lost haar zoon Antoon bij haar een gedeelte van zijn schuld af, nl. een bedrag van 4000. Dit geldt leent zij weer aan haar zoon Jo. Van 31 maart 1913 tot 5 augustus 1914 woont Cato bij haar jongste zoon Jo in Den Haag. Terug in Den Bosch gaat ze wonen bij het gezin van haar dochter Louise, boven hun kapperszaak op Markt 23. Catharina Boelens-Rek is op dit adres overleden. Uit dit huwelijk, allen geboren te 's-Hertogenbosch:
|
Noten | |
1. | Zie bij vader Joannes Jacobus Boelens voor meer informatie over Lambooy. |
2. | Certificaat Nationale Militie, huwelijkse bijlagen |
3. | SASH Adresboek 's-Hertogenbosch 1871 |
4. | Zie: J. en A. Mosmans: Oude namen van huizen en straten te 's-Hertogenbosch, heruitgave juli 1973, blz. 53; huisnummers wijk B nrs. 377, 378, 379, later B 411, vanaf 1909: nr. 25 |
5. | SASH Schutterij-archief, inv. nr. 110 |
6. | Zie: Mosmans (hiervoor genoemd) |
7. | Zie: Mosmans (hiervoor genoemd), kaartje na blz. 22 |
8. | Zie: Informatiebord op het pleintje zelf. |
9. | O.a. in 1874 en 1878 als hij de geboortes van kinderen van zijn broer Christ mee komt aangeven. |
10. | BHIC voormalig archief tussen Aa en Dommel, kad. gem. Vught, art. nrs. 1399 en 1588, dienstjaar 1895 |
11. | SASH notarissen 1842-1895, not. Van der Does de Willebois, inv. nr. 1544, akten nrs. 60, 62, 64, 65, 77, 78 |
12. | SASH, toegang 1B.1, nieuw archief: Kadaster, boekdeel 7, art. nr. 5316: wijk B 376, 377 en 378 (kad. nr. G 560), dit is het pand in de Minderbroedersstraat met de twee woninkjes aan het binnenplaatsje; het huisnummer verandert in 411. Nr. 410 was eerst B 375 (adresboek 1869, Van der Linden woonde er toen al). Zie verder: Mosmans (hiervoor genoemd), blz. 53, nr. 849 |
13. | Zie verder: Dr F.L. Jansen: Kledinghandel in Transitie, blz. 108 e.v. |
14. | Overlevering en BR 1890-1900, deel nr. niet genoteerd, blad nr. 704 |
15. | SASH notarissen 1842-1895, inv. nr. 1, repertorium notaris Mr. J. de Bergh, akte nr. 102; de akte zelf niet kunnen vinden, waarschijnlijk eruit gehaald bij aflossing van de schuld. |
16. | SASH notarissen 1896-1905, notaris Mr J. de Bergh, akte nr. 353, |
17. | SASH notarissen 1896-1905, notaris Mr J. de Bergh, akte nr. 458; bij de panden staat in de kantlijn met pen een totale waarde van 7100 bijgeschreven; dit lijkt me weinig gezien de aankoopprijs |
18. | SASH notarissen 1896-1905, notaris Mr J. de Bergh, inv. nr. 7, akte nr. 395 |
19. | Idem akte nr. 429 |
20. | SASH Gemeenteblad van 's-Hertogenbosch, besluiten van burgemeester en wethouders, nr. 54 |
21. | SASH toegang 1B.1, nieuw archief, kadaster, boekdeel 7, art. nr. 5316. Dienstjaar 1903 [in de praktijk altijd een jaar eerder], het kad. nr. verandert van G 3997 in G 5339 |
22. | SASH notarissen 1896-1905, notaris Van Heusden, inv. nr. 28, akte nr. 78 |
23. | SASH toegang 1B.1, nieuw archief, kadaster, boekdeel 12, art. 6908: Adressen: Lombok 827 t/m 831 |
24. | SASH BR 1900-1905, deel B3, blad 702 en deel B4, blad 820; verder: BR 1910-1920, deel nr. niet genoteerd, blad nr. 226, helaas geeft het BR geen verhuisdata |
25. | SASH notarissen 1906-1915, notaris Van de Mortel, inv. nr. 3, akte nr. 102 |
26. | SASH notarissen 1906-1915, notaris Van de Mortel, inv. nr. 3, akte nr. 114 |
27. | Idem inv. nr. 5, akte nr. 123 |
28. | Idem inv. nr. 6, akte nr. 70 |
2006 |
Drs. J.M.B. BoelensBoelens Minderbroedersstraat (1870-1950)
KringNieuws 3 (2006) 5-9
|
J.M.B. Boelens en O.J. Nienhuis, Boelens een RK Groninger familie met een grote Bossche tak (2006) I. 687-690, 693, 696, 704, 714, 716, 720, 722-723, 730, 735, 746, 753, 779; II. 823, 827, 880, 948, 948, 986, 989, 1007-1022